Lode Laperre

EN - NL

Een schilderlijke eenheid

Over moedervlekken en de denkende hand

Tweehonderd jaar geleden schreef Immanuel Kant: "De hand is het venster op de geest". Van alle menselijke ledematen maken de handen de meest gevarieerde bewegingen, bewegingen die naar believen kunnen worden gecontroleerd. Deze belangrijke relatie tussen geest en hand is de spil in het schilderwerk van Lode Laperre. Een lang en geduldig proces tussen controle en loslaten, tussen penseel en graveerpen, tussen het vergaan van de tijd en de ingreep van wind en andere fenomenen, mondt uit in een harmonische expressie van materie en gedachtegoed op zijn doeken. 

Lode Laperre is een mediterende kunstenaar. Zijn werken zijn rijk aan textuur en techniek, waarbij de vele lagen acrylverf en de daaropvolgende bewerkingen verregaande reflecties van zijn herinneringen en contemplaties uitstralen.

Het vroegere huis van zijn grootouders en de herinneringen uit zijn jeugd daar, toen hij ook al schilderde en tekende, worden vertaald in abstracte kleurcomposities in de nieuwe reeks werken die Lode Laperre gecreëerd heeft voor de tentoonstelling Naevus. De titel is het Latijnse woord voor moedervlek. Moedervlekken of pigmentvlekken zijn fascinerend. Talloze mythen werden toegewijd aan deze mysterieuze vlekken. Mijn lichaam staat vol met sproeten. Deze abstracte pigmentlandschappen vind je ook terug in Laperres schilderijen. De bron van deze titelkeuze heeft echter nog een andere mooie spirituele betekenis. 

Galerie 10a, die Laperre heeft uitgenodigd om deze tentoonstelling te creëren, is gevestigd in het huis van zijn grootouders zaliger. Tot het jaar 2002 hadden zij daar hun bedrijf, Weverij Dendauw, waar elke dag meerdere leden van zijn familie ijverig werkten en textiel produceerden. Zijn vader was kalligraaf en hielp ook bij het omzetten van fijn gedetailleerde patronen. Deze bedrevenheid en nauwkeurigheid draagt Lode in zijn bloed. Het geduld en determinisme van zijn voorvaders en -moeders is terug te vinden in de manier waarop Lode zijn kunst maakt; zo ontstaat een fascinerende gelaagdheid op de canvassen die een caleidoscoop van verhalen aan elkaar weeft. 

Alle getoonde werken in de tentoonstelling Naevus zijn heel symbolische werken die Laperres denkbeelden en herinneringen via de denkende, schilderende, mediterende hand omvatten. Deze herinneringen laten sporen, vlekken, kleuren en technieken na die uitdrukking vinden in een twintigtal nieuwe schilderwerken. 

Het eerste werk dat de kunstenaar me toonde heet Gobelin (2018, 120 x 100 cm). Een gobelin is een andere naam voor een handgeweven wandtapijt. De naam is ontleend aan het dorp Gobelins bij Parijs. In 1662 werd de aldaar gevestigde werkplaats overgenomen door Colbert en werd bekend onder de naam Manufacture des Gobelins. De gobelin die de familie Dendauw hangen had was een reproductie van het bekende schilderij De Aanbidding der Wijzen (1617-1618) van Peter Paul Rubens. De reminiscentie van deze gobelin en de kleuren van het vloertapijt recht tegenover de oorspronkelijke plaats van het wandtapijt in deze ruimte, zijn verweven in dit nieuwe schilderij van Lode Laperre. Heel minutieus bewerkte hij de haast gedroogde verflagen met een naald, zodat het geweven tapijt dat daar toen op de grond lag quasi weerspiegeld wordt in het nieuw ontstane schilderwerk Gobelin. Dit is het eerste schilderij ooit dat Laperre met een naald bewerkte. In het schilderproces laat Lode zich danig onderdompelen in wat hij zich nog herinnert van de toenmalige invloedssfeer, dat er zo ook nieuwe schildertechnieken ontstaan die vorm en inhoud doen versmelten.

Laperre heeft een uitgesproken, herkenbare visuele taal in zijn schilderwerk. Hij beheerst techniek als geen ander en laat het ook toe zijn techniek te vernieuwen in het intuïtieve schilderproces. 

Techniek heeft een slechte reputatie. Ze lijkt misschien zielloos. Mensen die een hoge mate van lichaamsbeweging in hun handen bereiken, zien het echter niet zo. Voor hen is techniek nauw verbonden met expressie“, schrijft de socioloog Richard Sennett in zijn boek De Ambachtsman. In zijn boeken is lof voor het handwerk een terugkerend thema: de menselijke behoefte om dingen met de handen te maken en de verrijking die dat betekent voor de mens. Kijken naar vakmanschap in een open systeem met vorm brengt de algemene kwestie van de techniek naar voren: de techniek van hoe je het leven met vaardigheden kan leiden. Richard Sennett toonde in zijn publicaties de eenheid van hoofd en hand, denken en doen, reflectie en actie, cultuur en natuur aan. In zijn analyse van de hedendaagse samenleving ziet hij zulke strikte scheidslijnen als een bron van sociale problemen. "Wanneer het hoofd en de hand gescheiden zijn, is het het hoofd dat lijdt." 

Bij het beschouwen van het werk van Lode Laperre kan men het genot zien dat hij ervaart bij het experimenteren en quasi ‘beeldhouwelijk’ bewerken van zijn schilderijen. Je voelt als toeschouwer een harmonie uit zijn werken in de ruimte vloeien. Zijn manier van schilderen staat dichter bij meditatie dan wat je op een kunstacademie leert. Er zit een mentale en materiële zoektocht in elk schilderij. De werken lijken echter allemaal tot één enkel groot opus te behoren waarvan het ene werk tot het andere leidt. 

Zijn schilderijen zijn geen directe voorstellingen van een reëel beeld, maar zijn uitdrukkingen van herinneringen aan beelden uit zijn dagelijkse leven die een indruk nagelaten hebben. Het zijn beelden die hij enkel ziet precies omdat hij een abstracte schilder is en natuurlijk ook omdat Laperre een persoon is met een grote gevoeligheid voor beelden en de wereld om zich heen. Dat kan het beeld zijn van twee gekleurde in elkaar gehaakte kauwgumstukjes op een verlaten asfaltweg, of een beeld van het hectische verkeer op een van zijn reizen in Zuidoost-Azië, of de herinnering aan zijn grootvader die aan de tafel zat en het hele textielbedrijf controleerde. Je herkent deze niet als beelden op zich in zijn werken, maar die worden vertaald in bepaalde energieën, kleuren en sferen die je kan terugvinden in de schilderijen. Door zijn sterke fascinatie voor het beeld, slaagt hij er ook in om een onwaarschijnlijke diepte en tijdruimte in een enkel werk te scheppen. Laperre werkt soms gedurende maanden dagelijks aan een enkel werk, tot hij vindt dat het werk af is. Hij heeft deze sterke en langdurige continuïteit nodig, vertelt hij mij tijdens een atelierbezoek. Als Lode op reis gaat, voelt hij zich gedeeltelijk schuldig omdat hij het gevoel heeft zijn atelier in de steek gelaten te hebben. Hij vond een manier om daar mee om te gaan door Chinese inkt op zijn reizen mee te nemen. Hij heeft veel bewondering voor de kalligrafen, hun meditatie en vaardigheid in de handeling. 

Laperres pentekeningen overtuigen net zoals zijn schilderijen door de visuele gelaagdheid en het evenwicht in de compositie. Het zijn intrigerende droombeelden. Laperre haalt veel inspiratie uit de manier waarop men in Azië beelden interpreteert en hoe het vergankelijke beeld daar ook een heel centrale plaats krijgt. 

In de Chinese kunstgeschiedenis, met name in de schilderkunst vanaf de Yuan-dynastie in de dertiende eeuw, zag men het ‘denklandschap' ontluiken, dat zowel verwijzingen naar de stijlen van eerdere meesters belichaamde en, via kalligrafisch penseelwerk, ook uitdrukking gaf aan de innerlijke ziel van de kunstenaar. Meer dan representatie doordrongen de kunstenaars hun schilderijen met persoonlijke gevoelens. Het schilderen ging niet langer over de beschrijving van de zichtbare wereld; het werd een middel om het innerlijke landschap van het hart en de ziel van de kunstenaar over te brengen.

Lode Laperre was nog nooit in China. Hij was vaak in Taiwan en vele andere landen in Zuidoost-Azië, maar nog nooit in het 'Land van het Midden’. Misschien is net dit onvervuld verlangen de reden waarom hij gedreven wordt door een onuitputtelijke interesse in de Chinese cultuur en filosofie. 

Alle bestaande zaken zijn eigenlijk één. Wij beschouwen die zaken die mooi en zeldzaam zijn als waardevol, en die zaken die lelijk zijn als slecht en verrot. Het slechte en verrotte kan worden getransformeerd tot wat zeldzaam is en waardevol, en wat zeldzaam is en waardevol in wat slecht is en verrot. Daarom wordt gezegd dat er één vitale energie is die de wereld vervult. Als consequentie hiervan waardeert de wijze man Eenheid. Zhuangzi (Watson, 1968, p. 236)

Deze wijsheid en dit gevoel voor eenheid kan je terugvinden in Laperres werk- en denkproces. Bij het bewerken van zijn schilderijen haalt hij soms via een graveerpen, een naald of andere werktuigen en methoden acrylverf weg om patronen en texturen tevoorschijn te brengen. Maar niets gaat verloren. Deze resten verfklonters vinden een nieuw leven in sculpturen die in directe relatie tot zijn schilderwerk staan. Hij noemt ze Coprolites. Een coproliet bestaat uit gefossiliseerde uitwerpselen of, anders gezegd, versteende feces.

“Wat het menselijk geheugen bewaart en wat niet, daar hebben we geen controle over. Ons brein beschikt over een soort beschermingsmechanisme. Net zoals het geheugen functioneert, wordt ook metaal met de tijd zachter, mooier en warmer van kleur. Het verleden wordt steeds geromantiseerd. Heel veel van het roest ging verloren en ik kwam dichter bij het koude metaal”, beschrijft Lode poëtisch tijdens ons gesprek over zijn werk Anti-Rust Painting (2018, 60 x 40 cm). Hij heeft een roestvlek geschilderd, maar het is natuurlijk een schilderij.

Het werk Timetagging (2018, 70 x 50 cm) ontstond uit de rappels aan zijn grootvaders tijdscontrole. Op de plaats waar dit schilderij in de tentoonstelling hangt, bevond er zich in het vroegere huis van zijn grootouders een staande klok. Lodes grootvader was een wijs en rechtvaardig man, maar hield alles in het oog: de tijd, aanwezigheid van het personeel, kortom het dagelijkse verloop in het bedrijf. De klok was de metronoom voor het tempo van het familiebedrijf. De tijd wordt op het doek echter niet lineair afgebeeld, maar veeleer cyclisch of zelfs als het geheel van vergankelijkheid en creatie getoond. In dit schilderij past Lode de techniek van craquelé toe. Craquelé is een beeldelement dat de tijd heeft gecreëerd; door temperatuur die laat uitzetten of scheppende wind. Het werk overtuigt door de in elkaar stromende tegenstelling tussen het organische en geconstrueerde. 

Fascinerend is het hoe Laperre nieuwe schildertechnieken ontwikkelt door het continue denken in zijn schilderen. Telkens weer heeft hij een onophoudelijke aandrang om het beeld verder uit te werken. Hij gaat daar in zijn gedachten zo diep in mee dat er ook nieuwe technieken worden gecreëerd. Dit is een irrationeel, intuïtief proces, zodanig dat zelfs zijn schilderende geest zich ook vaak verbaast over hoe treffend de resulterende beelden vervlochten kunnen zijn met zijn persoonlijke herinneringen. 

Bij het werk Interpunctus (Naevus) (2018, 30 x 30 cm) is de connectie tussen het onderbewuste geheugen, penseeltechniek en uiteindelijk beeldresultaat vlijmscherp. In dit beeld zie je een heelal met ontelbaar vele kleine sterretjes in de duisternis. Het brengt Lode terug naar zijn kindertijd, toen zijn grootvader hem begeleidde in het donker om de straat naar huis over te steken. Op een heldere nacht keek hij naar de hemel en zag heel veel sterren aan het firmament. Hij begon die te tellen en zijn grootvader zei hem dat het er zo veel waren dat hij die nooit kon tellen en dat elk van die sterretjes een zonnetje was en dat er rond elke zon heel veel planeten draaiden. “Een van die planeten, dat zijn wij en dan zijn er mensen die denken dat ze belangrijk zijn”, vertelde zijn wijze grootvader. Ook de taoïsten benadrukten al dat mensen slechts kleine stipjes in de oneindige kosmos zijn. Het doekje Interpunctus is zo ook heel nietig geworden. 

Het werk Texturama (2018, 30 x 50 cm) is net iets groter en per uitzondering bijna figuratief. De textuur oogt als fluweel. Dit bereikte hij door in de uitgeharde penseelstroken te frezen. Ook dit doek is ontstaan uit een vloed van herinneringen die Lode Laperre bijgebleven zijn. De titel laat al vermoeden dat het om een panorama gaat met veel textuur. Maar als je er met Lode over spreekt dan komen er nog veel meer verwijzingen aan te pas: zijn vaders voorkeur voor de boeken en landschappen van Stijn Streuvels, Lodes landschapstekeningen uit het raam van de woonkamer als kind, evenals de herinneringen aan verplichte bezoeken aan de textielbeurs ‘Textirama’ en een traumatische ervaring met een klapband op de autosnelweg, op de terugweg van die ellendige textielbeurs. Natuurlijk hoef je niet noodzakelijk al deze details en referenties te kennen om de werken te kunnen waarderen en ervan te genieten. De abstracte doeken laten heel veel ruimte open voor eigen reflecties. Het is zoals een synesthesist die kleuren ziet bij het horen van klanken; zo zie ik in de abstracte kleuren en patronen in Lodes doeken mijn eigen herinneringen en dromen. En hoe langer je deze kunstwerken bespiegelt, hoe fascinerender ze worden. De tijd die Lode Laperre genereus neemt en geeft bij het scheppen van zijn werken, eist een wederkerige activiteit bij het aanschouwen. 

Het laatste werk waar ik iets dieper op inga is een wat ouder werk, namelijk het schilderij Tomographics (2013, 60 x 50 cm). ‘Tomografie’ betekent het op non-invasieve wijze maken van een tweedimensionale afbeelding die een doorsnede weergeeft van een driedimensionaal object. Dit wordt in de geneeskunde vaak gebruikt als onderzoeksmethode van het menselijk lichaam. Lode begon dit schilderij met het motief om de binnenkant van een schilderij weer te geven; dus schilderen wat er zich binnenin, onder de oppervlakte van een schilderij afspeelt. Dit is natuurlijk een illusie, want wat hij schildert kan altijd de binnenkant zijn. Bij het schilderij Tomographics werden de zijkanten ook meegeschilderd. Het lijkt wel een doorsnede van iets, het is quasi een poging om een scan van een schilderij te schilderen. Achteraf gezien is dit opnieuw een metafoor voor zijn grootvader, die zelf het liefst zo weinig mogelijk naar buiten kwam, maar toch de wereld wou scannen. 

En misschien ook wel een metafoor voor alle werken van Lode Laperre die voortvloeien uit de denkende hand en een afdruk zijn van de beelden in zijn hersenen. Van hersenscan tot moedervlek, het slechte en verrotte wordt getransformeerd tot wat zeldzaam is en waardevol, de kleine details, de herinneringen uit onze jeugd, de acties die we ondernemen en de beslissingen die we nemen, de hersenen en de hand, alles is met elkaar verbonden, net zoals de ontelbare sterren in het heelal.


Pauline Doutreluingne